Sociaal Domein
We willen er zijn voor de mensen die ons nodig hebben. Daarom zit het sociaal domein in een langdurig proces van transformeren, een verandering in denken en doen. Samen met onze maatschappelijke partners bieden wij onze inwoners perspectief. Gezamenlijk maken we het mogelijk dat inwoners hun eigen mogelijkheden benutten en organiseren we zorg en ondersteuning steeds effectiever en dichterbij voor de meest kwetsbaren in onze samenleving.
Om ervoor te zorgen dat de inwoners die ons nodig hebben ook op onze zorg en ondersteuning kunnen blijven rekenen, is het nodig dat we het sociaal domein duurzaam betaalbaar houden. Afgelopen jaren hebben wij gewerkt aan het versterken van grip op het sociaal domein en doen we steeds meer aan preventie.
Waar wij in 2022 zijn begonnen met de voorbereidingen voor een nieuwe visie op het sociaal domein, willen wij die in 2023 vaststellen. Met de kennis en ervaringen van nu gaan wij samen met inwoners, partners en gemeenteraad aan de slag om te komen tot een nieuwe visie op het sociaal domein die past bij de vragen van nu. Daarbij maken we gebruik van ervaringen, kennis en inzichten vanuit de coronacrisis, die beschreven zijn in de impactanalyse. Ook ervaringen vanuit de gebiedsgerichte aanpak Smitsveen, ervaringen van onze partners in Soest en Soesterberg en de resultaten van de verschillende businesscases nemen we daarin mee. Het participatietraject stemmen we op inhoud en uitvoering af op de sport- en cultuurnota. We maken verbinding met het fysieke domein en maken gebruik van de lokaal beschikbare data. De nieuwe visie is ook aanleiding voor verdere uitwerking in onderliggende beleidsvelden zoals schuldhulpverlening, armoedebeleid, jeugdhulp, participatie en wonen met zorg. Daarnaast zal dit ook leiden tot een herijking van subsidies/subsidiesystematiek (2024). De nieuwe visie Sociaal Domein kunnen wij op dit moment nog niet financieel vertalen in de meerjarenbegroting
We kopen zorg en ondersteuning in voor inwoners die dat nodig hebben. De inkoop wordt voor het grootste deel op regionaal niveau uitgevoerd. In 2022 is er een nieuw inkoopproces gestart voor jeugdhulp, beschermd wonen, ambulante begeleiding en maatschappelijke opvang. De inkoop doen we op een andere manier: in plaats van een groot aantal aanbieders tegelijkertijd te contracteren, contracteren we nu per perceel één consortium (één partij of meerdere samenwerkende partijen). In 2023 bereiden we de inrichting van de organisatie hierop voor en na deze implementatieperiode in 2023 start het consortium in 2024.
Voor inwoners kan dit betekenen dat ze begeleiding gaan krijgen van nieuwe hulpverleners. Gezamenlijk met het consortium, de huidige zorgaanbieders, onze sociale teams en het RISB (Regionaal Inkoop- en Subsidiebureau) bereiden we de overgang van (nieuwe) begeleiding voor onze inwoners voor. Voor regie hierop en relatiebeheer is voor de komende drie jaar extra inzet nodig.
Door de verdere transformatie waarin steeds meer taken verschuiven van de specialistische aanbieders naar onze teams en de sociale basis verwachten we een grotere druk op onze eigen teams en de sociale basis. Bijvoorbeeld als het gaat om Eigen Begeleiding. Dit is een regionale ontwikkeling. We hebben hiervoor extra budget opgenomen om deze nieuwe taken goed uit te kunnen voeren.
Om de hulp, zorg en ondersteuning te verbeteren en het sociaal domein betaalbaar te houden is vernieuwing belangrijk. De afgelopen jaren hebben we ervaring opgedaan met maatschappelijke businesscases die de beweging van specialistische voorzieningen naar meer algemene en preventieve voorzieningen op gang brachten. Het doel is een duurzame verandering in het sociaal domein teweeg brengen waarbij de kwaliteit voor de inwoner toeneemt en hoge kosten voorkomen worden. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor onze sociale teams en onze partners in de sociale basis. In 2022 hebben we vanuit het innovatiebudget maatschappelijke businesscases ontwikkeld. Voor 2023 hogen we het innovatiebudget op, zodat we kunnen blijven investeren. We stellen daarmee voor om het innovatiebudget voor de businesscases jaarlijks op hetzelfde niveau te houden om zo continue voortgang en verbetering te borgen.
Door de verdere transformatie in het sociaal domein komen er steeds meer taken bij de sociale basis te liggen. Deze sociale basis bestaat uit meer partners dan partijen in ‘Samen voor Soest’. Zij zijn van groot belang voor onze inwoners en dit belang groeit. Met deze partijen werken we al jaren samen en we zien dat dit zijn vruchten afwerpt. Een voorbeeld is het project ‘Welzijn op recept’. Hiermee zorgen we voor een betere aansluiting tussen de huisartsen en ons welzijnswerk. Een samenwerking die tot voor kort nog maar weinig van de grond kwam.
Hierdoor ontstaat er meer kennis van elkaars expertise, waardoor inwoners op een meer laagdrempelige manier worden ondersteund. Om deze beweging te verduurzamen is het belangrijk dat we hier meer structureel middelen voor kunnen inzetten. Dit geldt ook voor projecten als bijvoorbeeld: Mijn Leven 2.0, Homies van Present, Join Us en het jongerenwerk op het Griftland. Deze activiteiten dragen bij aan het voorkomen van duurdere zorg en het zo laagdrempelig mogelijk ondersteunen van onze inwoners. Zij leveren een meerwaarde aan het welzijn van onze inwoners en zijn daarom een essentiële aanvulling op het werk dat we in het versterken van de sociale basis al doen (zie verderop in de tekst).
De structurele financiering van deze initiatieven is echter niet geborgd. Daarom is het voorstel om dit soort initiatieven de komende twee jaar te blijven ondersteunen met een overbruggingsbudget. Aansluitend op het visie-traject volgt een uitvoeringsplan en een evaluatie van onze subsidies en subsidiesystematiek. Dan kunnen we besluiten dit type activiteiten wel of niet structureel te borgen.
In Soest hebben we al de nodige databronnen om de instroom, doorstroom en uitstroom uit zorg te meten. Ook hebben we data rondom de eigen begeleiding en is er regionaal aandacht voor. Deze duiding willen we gebruiken bij de transformatieopgave, zodat we de effecten kunnen monitoren. In het kader van grip op het sociaal domein willen we onder andere meer datagestuurd beleid maken. Hiervoor is goede (real time) monitoring noodzakelijk en duiding van de effecten met oog op de transformatieopgave. Datasturing vraagt specifieke expertise en de nodige tijd en aandacht, zowel lokaal als in regionaal verband. Daarom nemen we extra budget op.
Stip op de horizon gemeenschappelijke regeling Baarn, Bunschoten, Soest
Om de dienstverlening aan onze inwoners op een zo hoog mogelijk niveau te houden werken wij samen met Baarn en Bunschoten aan een plan om de huidige samenwerking te versterken. Daartoe is in de afgelopen periode de samenwerking geanalyseerd en wordt nu, op basis van een plan van aanpak, gewerkt aan het concretiseren van de ‘Stip op de horizon’ voor onze samenwerking. Dit vraagt ook beslissingen over de wijze van samenwerken. Daarom werken we, naast de genoemde praktische versterking, ook aan het opstellen van een advies over een passende richting van BBS voor de toekomst.
We willen bereiken dat inwoners steeds zelfredzamer zijn en meer meedoen naar vermogen. We willen ook dat inwoners van Soest zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen en zich daar veilig voelen. We willen dit bereiken door in het programma sociaal domein activiteiten uit te voeren aan de hand van vier thema’s.
Dit zijn de thema’s waar iedere inwoner van Soest mee te maken krijgt, afhankelijk van levensfase en persoonlijke behoefte.
- In Soest groeien we op.
- In Soest leren en werken we.
- In Soest doen we een leven lang mee.
- In Soest voelen we ons veilig.
In Soest groeien we op
Opgroeien in Soest gaat over onze maatschappelijke inspanningen om nieuwe generaties kinderen en jongeren groot te brengen en toe te rusten voor een volwassen bestaan. Dat doen we niet alleen. Daar hebben we ouders, onderwijs, huisartsen, jeugdartsen en onze welzijnspartners bij nodig.
Hieronder volgt een samenvatting van onze inzet in 2023.
In 2019 is het “Toekomstscenario kind en gezinsbescherming” geschetst die de ontwikkeling aangeeft van jeugd en veiligheid in de komende jaren. Kenmerkend daarvoor is dat het jeugdteam de constante factor is in het gezin wanneer hulp nodig is. Onder regie van het jeugdteam zetten we gespecialiseerde jeugdhulp in en vragen we zo nodig een kinderbeschermingsmaatregel aan. Dat vraagt een intensivering van preventieve taken die tot nu toe grotendeels door Samen Veilig Midden Nederland worden uitgevoerd. Deze transformatie vraagt zowel regionaal met de ketenpartners als lokaal projectmatig aandacht in 2023. De gesprekken over wat dit budgettair betekent lopen nog.
De bescherming voor kinderen en gezinnen, en daarmee het jeugdbeschermingsstelsel, moet meer gezinsgericht, eenvoudiger, lerend en transparanter worden ingericht. Rechtsbescherming moet gewaarborgd zijn. Hiervoor is in 2021 landelijk een toekomstscenario ontwikkeld. Het Rijk stimuleert gemeenten om te gaan werken volgens de uitgangspunten van het toekomstscenario en roept gemeenten op om hiervoor de middelen vanuit de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen (POK-gelden) in te zetten. We
reserveren hiervoor middelen in deze begroting.
De coronacrisis heeft ons geleerd dat veel gezinnen het niet makkelijk hebben (gehad). Vanuit ons jeugdteam en de sociale basis ontvangen we signalen dat gezinnen te maken hebben met stressvolle situaties rond opgroeien en opvoeden. Voor 2023 nemen we budget op om de na-ijleffecten van corona op te vangen. Daarnaast geven we in 2023 een vervolg aan het opzetten van Gezinsondersteuning in onze gemeente. Dit doen we bijvoorbeeld door de inzet van de Gezinsparaplu en het organiseren van een netwerk voor vrijwilligers, ouders, pleeggezinnen en gezinshuizen. Met als doel dat kinderen veilig kunnen opgroeien en dat we jeugdzorg voorkomen. Daarnaast hebben we in Smitsveen ervaringen opgedaan over opvoedondersteuning. In 2023 onderzoeken we of we dit kunnen verbreden naar andere wijken in onze gemeente.
In Soest leren en werken we
In Soest hebben we de ambitie dat iedereen meedoet naar vermogen. Voor de één is dat een betaalde baan, voor de ander scholing en voor een groep inwoners is het een vorm van dagbesteding of vrijwilligerswerk.
Hieronder volgt een samenvatting van onze inzet in 2023.
We zien in de hele arbeidsmarktregio nog altijd een grote krapte op de arbeidsmarkt. Met name in de beveiliging, detailhandel, horeca en logistiek wordt in onze regio veel personeel gezocht. Deze vacatures sluiten echter vaak niet aan bij de mogelijkheden en talenten van onze inwoners met een uitkering. We zullen daarom samen met de regiogemeenten, UWV en het regionale Werkgeversservicepunt extra inzetten op omscholing en leren op de werkplek, om zo de mismatch op de arbeidsmarkt tegen te gaan.
Ook onze inzet om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen blijft onverminderd. Met name voor mensen met zwaardere beperkingen die voorheen bij de sociale werkvoorziening terecht kwamen, is het moeilijk om een werkplek te vinden bij reguliere werkgevers. Daarom zijn we in 2022 een pilot gestart samen met onze uitvoeringsorganisatie BBS nen RWA/Amfors met als doel nieuwe beschutte werkplekken bij reguliere werkgevers te creëren voor deze doelgroep. In 2023 evalueren we de resultaten. Daarnaast zullen we in 2023 mogelijk in toenemende mate Oekraïense vluchtelingen die we opvangen naar werk moeten begeleiden.
In 2022 zijn we gestart met de nieuwe wet Inburgering. Door de verhoogde taakstelling voor het huisvesten van statushouders verwachten we ook in 2023 meer inburgeraars dan we van tevoren hadden voorzien. We hebben het inburgeringsaanbod zoveel mogelijk lokaal georganiseerd samen met lokale partners waaronder Vluchtelingenwerk en onze Uitvoeringsorganisatie BBS. In hoeverre de door het Rijk toegekende budgetten toereikend zijn, wordt ook landelijk in 2023 nader bekeken. Met de ervaringen die we hebben opgedaan starten we in 2023 samen met de gemeente Baarn en Bunschoten voor de volgende jaren een aanbestedingstraject. We hebben dan meer inzicht in de markt van taalaanbieders en kunnen een duidelijk pakket van eisen neerleggen. Vooralsnog gaan we ervan uit dat het Rijk de verhoogde instroom van inburgeraars zal compenseren.
In 2023 en verder zetten we ons inlooppunt voor geldzaken, Geld op Orde Soest (GOOS), voort. We willen dat GOOS een plek is waar iedereen met vragen over geldzaken terecht kan, zodat financiële problematiek wordt voorkomen of opgelost. Na de coronaperiode zoeken we nu naar een hernieuwde vorm van samenwerking tussen de partners binnen GOOS. We willen het inlooppunt uitbreiden en meer bekendheid geven. Hiervoor maken we extra budget vanuit de middelen naar aanleiding van de toeslagenaffaire (POK-gelden) vrij, omdat we bij GOOS
ook een bijdrage leveren aan de rechtsbescherming van inwoners.
Door de enorme stijging van energieprijzen en kosten van andere basisbenodigdheden verwachten we dat een grote groep inwoners zeer binnenkort niet meer kan rondkomen. Als gemeente hebben we mogelijkheden om te ondersteunen, maar dit is niet voor iedereen voldoende om dan te kunnen rondkomen. We doen wat binnen onze wettelijke mogelijkheden ligt om onze inwoners financieel te ondersteunen. Ook voeren wij bijvoorbeeld de landelijke regeling van de energietoeslag uit en in 2023 gaan we verder met de extra regelingen die mogelijk nog vanuit de rijksoverheid komen. Kabinet, VNG en Divosa maken afspraken over een gezamenlijke aanpak geldzorgen, armoede en schulden en stellen daarmee structurele budgetten en een ondersteuningsprogramma voor gemeenten beschikbaar vanaf 2023.
Gezien de energiecrisis en de stijgende kosten raken lage en middeninkomens in snel tempo in financiële problemen. We willen daarom de ingezette vroegsignalering van schulden continueren en uitbreiden zodat we op meer (vroege) signalen kunnen acteren zodat we investeren in het voorkomen van grote problemen.
Vanaf december 2023 worden gemeenten in de provincie Utrecht zelf verantwoordelijk voor het inkopen, beheren en uitvoeren van sociaal-recreatief Wmo-vervoer. We werken hiervoor samen met 22 gemeenten in de provincie Utrecht. We gaan in een gezamenlijk aanbestedingstraject het vervoer en contractbeheer inkopen. Per 1 januari 2024 wordt de nieuwe vervoerder operationeel.
In Soest doen we mee een leven lang
Meedoen bij voorkeur in je eigen omgeving, dat is waar dit thema om draait. Ook als je ouder wordt en je leeft met een (financiële) beperking.
Hieronder volgt een samenvatting van onze inzet in 2023.
In 2023 willen we gericht uitvoering geven aan het Regenboog Stembusakkoord en maken hier in 2023 geld voor vrij. We vinden het belangrijk dat iedereen mee kan doen en dat een inclusieve samenleving kansen voor iedereen biedt. Dit gaat niet vanzelf en verdient daarom extra aandacht. Onderzoek wijst uit dat vrouwen, LHBTI+ en mensen met een migratieachtergrond vaker te maken hebben met (sociale) onveiligheid. In het participatietraject van de visie op het sociaal domein willen we hierover met inwoners in gesprek om te horen wat hun wensen zijn en hoe we belemmeringen zoveel mogelijk kunnen wegnemen. In regionaal verband ontwikkelen we daarom activiteiten op het gebied van inclusie, diversiteit, antidiscriminatie en toegankelijkheid. Ook willen we het meldpuntantidiscriminatie meer bekendheid geven en gezamenlijk met het meldpunt hier gericht actie op ondernemen.
Samen met de grootste subsidiepartners binnen de sociale basisinfrastructuur, SWOS, Balans, Idea, GGD, Welzijn en MEE, die zich hebben verenigd in Samen voor Soest, hebben wij een uitvoeringsagenda opgesteld. In deze Uitvoeringsagenda Subsidiepartners Welzijn en Gezondheid staan de gezamenlijke doelen van onze partners. Aan de hand van een overzicht van alle aangeboden activiteiten maken zij inzichtelijk wat zij doen, voor wie zij het doen en waarom zij dit doen. Samen met gemeente en andere partners in het sociaal domein zorgen zij dat inwoners gebruik kunnen maken van laagdrempelige ondersteuning en er wordt ingezet op preventie via bijvoorbeeld het jongerenwerk, taalstimulering, stratenaanpak en opvoedondersteuning.
We gaan hierbij uit van de positieve ontwikkeling van onze inwoners en stimuleren dit door de mogelijkheden te bieden om zo normaal als mogelijk mee te kunnen doen in onze samenleving. Om dit te bereiken zetten we in op effectieve, versterkte preventie in het sociaal domein om passende hulp te bieden en zorgkosten te voorkomen. In 2023 gaan wij de wijze van subsidiëren (BCF) in samenspraak met onze partners herijken. Ook worden onze partners nauw betrokken bij de totstandkoming van de nieuwe Visie Sociaal Domein
In 2023 gaan we verder met het gelijktrekken van de looptijd van een aantal ingekochte producten, waardoor de regiogemeenten in de toekomst contracten gelijktijdig aan kunnen passen. Het gaat bijvoorbeeld om de ingekochte producten regiotaxi en leerlingenvervoer. Op het moment dat lokaal afgesloten overeenkomsten aflopen, onderzoeken we of we de inkoop regionaal kunnen beleggen om daarmee effectiviteit en kostenbesparing te realiseren.
Lokaal gezondheidsbeleid is als gevolg van corona op sommige delen urgenter geworden. De cijfers uit de monitor GGDrU geven aan dat niet alleen meer ouderen maar ook jongeren meer eenzaamheid ervaren, gezonde leefstijlkeuzes niet voor iedereen voor de hand liggen en (recreatief) roken en alcoholgebruik iets boven het regionaal gemiddelde ligt. In het participatietraject van de visie op het sociaal domein willen we hierover met inwoners in gesprek. In voorgaande jaren zijn belangrijke eerste stappen gezet op het gebied van preventie en eenzaamheidsbestrijding met het lokale sportakkoord, preventieakkoord en gezondheidsakkoord, maar is de noodzaak op een meer integrale aanpak ook duidelijk geworden. Voor 2023 worden daarom de eerste stappen gezet om preventie en gezondheidsbevordering meer integraal aan te pakken en uit te voeren.
In 2023 wordt de uitkomst van de regionale aanbesteding voor inkoop jeugdhulp en Wmo bekend, waar ook beschermd wonen onder valt. Daarnaast wordt beschermd wonen waarschijnlijk per 1 januari 2024 gedecentraliseerd naar de gemeenten met een ingroeipad van tien jaar. Ook is het kabinet bezig met de voorbereiding van het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel. Met het woonplaatsbeginsel wordt geregeld dat alle gemeenten voortaan verantwoordelijk zijn voor beschermd wonen voor de eigen inwoners. In samenwerking met de zorgaanbieders en de regio bereiden we ons hierop voor.
Sinds 2022 financieren wij bemoeizorg zelf, voorheen werd dit gefinancierd via de centrumgemeente. In het najaar van 2022 wordt besloten hoe bemoeizorg in 2023 wordt georganiseerd en gefinancierd. De geschatte kosten hebben we opgenomen in de begroting. Veel mensen met een psychische kwetsbaarheid wonen zelfstandig in de wijk. Ook is er de beweging gaande dat met mensen met een psychische kwetsbaarheid weer zelfstandig gaan wonen of dat ze langer zelfstandig blijven wonen. Dit vraagt om een blijvende aandacht binnen de sociale basisinfrastructuur en de samenleving voor deze inwoners. Daarnaast vraagt dit om een goede afstemming en samenwerking tussen het fysieke en het sociale domein, zodat er voldoende geschikte woonruimte is voor deze inwoners.
Het abonnementstarief Wmo maximeert de eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen. Dit maakt het voor inwoners aantrekkelijk om ondersteuning en/of hulpmiddelen af te nemen van de gemeente in plaats van de reguliere markt (het heeft een aanzuigende werking). De aanzuigende werking blijkt tot nu toe vooral bij aanvragen voor hulp bij het huishouden, vervoer en hulpmiddelen. De groei was bij hulp bij het huishouden in 2022 niet erg groot, mogelijk is die groei aan het afvlakken. Echter heeft de coronacrisis ook effect gehad op de afname van huishoudelijke hulp. Daardoor kan de groei in 2023 weer toenemen.
Het huidige kabinet wil het abonnementstarief ondanks de wens van veel gemeenten niet in zijn algemeenheid afschaffen. Voor specifiek hulp bij het huishouden denkt het kabinet wel aan aanpassingen naar een eerlijkere eigen bijdrage, met landelijke normen en met oog voor de betaalbaarheid voor lage inkomens en middeninkomens. Gestreefd wordt naar invoering per 2025.
Voor 2023 willen we de lopende mantelovereenkomsten huishoudelijke hulp (met één grote landelijke aanbieder en vijf erbij gecontracteerde aanbieders) verlengen met een tariefindexering. Daarvan zijn de gevolgen voor het budget nu nog niet bekend.
Het groeiend aantal inwoners van Soesterberg vraagt erom dat de sociaal culturele voorzieningen mee groeien. Zie hiervoor paragraaf 1.4 in deze begroting.
In Soest voelen we ons veilig
Je veilig voelen is één van de belangrijkste levensbehoeften van onze inwoners. En dan niet alleen voor de inwoners met wie het goed gaat, maar ook voor de inwoners voor wie het niet vanzelfsprekend is om aansluiting te vinden bij de samenleving. Je veilig voelen in Soest betekent je thuis voelen in Soest. De inzet vanuit het sociaal domein gebeurt in nauwe samenhang met het deelprogramma Veiligheid.
Hieronder volgt een samenvatting van onze inzet in 2023.
Het Project Smitsveen eindigt formeel per 31 december 2022. Een aantal structurele activiteiten in de wijk lopen door tot in 2025. Daarnaast verlengen we ook een aantal incidentele activiteiten tot in 2025. Samen met de sociale basis kijken we hoe we de werkzaamheden kunnen bestendigen.
We blijven oog houden voor wat werkt, wat de wijk wenst en wat verder nodig is om de leefbaarheid en veiligheid in Smitsveen in ieder geval op dit niveau te houden. Uit deze wijkaanpak zijn mooie lessen te trekken. We gaan onderzoeken of (delen van) deze wijkaanpak bruikbaar kan zijn voor andere wijken. Dit nemen we ook mee in de nieuwe Visie Sociaal Domein
De taken in het kader van de Wet verplichte Ggz zijn bij de GGD belegd. In 2023 willen we meer aandacht besteden aan de wederkerigheid. Dit houdt in dat we naast de vergaande inbreuk die we bij de Wet verplichte Ggz doen op iemands vrijheid ook kwalitatief goede zorg moeten bieden. Gedurende de periode dat dwang wordt toegepast, besteden we aandacht aan voorzieningen als huisvesting en middelen van bestaan die noodzakelijk zijn om de verplichte zorg te beëindigen. Voor inwoners die verplicht worden opgenomen doen we daar al veel in. We onderzoeken de mogelijkheid om dit meer aan te bieden aan inwoners die vrijwillig worden opgenomen.