Klimaat
In de toekomst maken we geen gebruik meer van fossiele brandstoffen. We stappen over naar het gebruik van duurzaam opgewekte elektriciteit en warmtebronnen. Ook passen we ons aan klimaatverandering aan en zetten we in op het hergebruiken van grondstoffen. Als gemeente Soest zetten we ons in om de snelheid van de klimaatverandering af te remmen. Dit doen we samen met inwoners en ondernemers.
Wat willen we bereiken:
- We stimuleren energiebesparing in de samenleving, de energie die nog nodig is wekken we duurzaam op.
- We werken aan het verminderen van afval en stimuleren en faciliteren het scheiden van afval en grondstoffen.
- We werken aan het verminderen van de gevolgen van extreem weer door goed advies te geven over ingrepen in de (openbare) ruimte.
- We werken aan het behoud van een gezond milieu.
- We betrekken kinderen en jongeren bij alle duurzaamheidsthema’s, bijvoorbeeld door Natuur- en Milieu Educatie te faciliteren.
We voeren in 2023 het Programma Energietransitie 2020-2025 verder uit. Dat doen we met verschillende projecten onder de pijlers wonen, werken, mobiliteit, gemeente als voorbeeld en het onderwerp energieopwekking. Daarin werken we samen met lokale partners. De extra rijksmiddelen voor het uitvoeren en versnellen het klimaatakkoord voor 2022 worden ingezet voor het uitvoeren van het programma. We streven ernaar om dit in vaste formatie in te vullen, mogelijk met inhuur (gezien de arbeidsmarkt). Het cluster energietransitie versterken we op die manier. In 2022 startten we ook met een evaluatie en actualisatie van het Programma, waarin we ook de aangescherpte doelstellingen van het Rijk meenemen. In de loop van 2022 verwachten we meer duidelijkheid vanuit het Rijk wat er voor 2023 en verder aan extra middelen beschikbaar wordt gesteld. Deze middelen zijn noodzakelijk om uitvoering te geven aan de energietransitie.
In 2023 zetten we verder in op het faciliteren en inspireren van inwoners en ondernemers om zelf hun eigen woning of het eigen bedrijfspand te verduurzamen. We werken aan het wegnemen van drempels en maken het haalbaarder en betaalbaarder voor steeds meer doelgroepen. We doen dit door in 2023 de nationale isolatieaanpak lokaal in te vullen en te starten met de uitvoering. Extra hulp bieden we aan inwoners met een laag inkomen, door de aanpak energiearmoede uit te voeren. Voor duurzaamheidsleningen kunnen inwoners terecht bij het Nationaal warmtefonds. We doen dit in samenwerking met onze partners in het Programma Energietransitie. Ook voor woningcorporaties bijvoorbeeld ligt hier een belangrijke opgave.
In 2023 stellen we een lokale isolatieaanpak op, die aansluit bij onze lokale aanpak rondom energiebesparing. De aanpak is een lokale invulling van het Nationale Isolatieprogramma. Ook voor de uitvoering van deze lokale isolatieaanpak, zijn middelen gereserveerd bij het Rijk. Ook als gemeente hebben we een voorbeeldfunctie als het gaat om het verduurzamen van ons maatschappelijk vastgoed en onze bedrijfsvoering. We voeren de Routekaart verduurzaming vastgoed uit en passen ons inkoopbeleid en de welstandsnota aan. We blijven gecertificeerd voor de CO2-Prestatieladder op trede 3.
We voeren de projecten uit het Programma verder uit. De RUD Utrecht houdt ook in 2023 stimulerend toezicht op de energiebesparing bij bedrijven. In 2023 werken we samen met de bedrijventerreinen Soestdijkse Grachten en Centurionbaan, aan oplossingen en alternatieven, om met de netcongestie problematiek om te kunnen gaan, zodat we aan onze opwekdoelstelling kunnen blijven werken. We doen dit samen met de Provincie Utrecht, Stedin, RES-regio en georganiseerd bedrijfsleven.
Aan het eind van 2022 zijn we met de aanpak energiebesparing voor minima gestart. De uitvoering loopt tot en met december 2023. De aanpak heeft tot doel het structureel verlagen van het energieverbruik van deze doelgroep, door het aanbrengen van kleine energiebesparende maatregelen in de woning. We financieren de aanpak met de specifieke Rijksuitkering aanpak energiearmoede (ministerie van BZK). We nemen deze aanpak op in deze begroting, omdat inwoners die in energiearmoede leven een nieuwe doelgroep zijn in het Programma Energietransitie en de doelgroep zal structureel aandacht blijven krijgen. We willen dat iedereen mee kan doen.
We plaatsen meer openbare laadpalen, leggen kabelgoottegels voor wie dat wil en zorgen voor een groter aanbod van elektrische deelauto’s. ok nemen we deel aan het kernteam van het Regionaal Mobiliteitsprogramma (RMP).
Voor het thema energieopwekking werken we in 2023 verder aan de uitvoering van de RES, in de Regio Amersfoort. In juli 2023 wordt de RES 2.0 vastgesteld. De zoekgebieden voor wind worden in de regio verder onderzocht. Mochten er eind 2022 onvoldoende zoekgebieden zijn, is de Provincie Utrecht wettelijk bevoegd om locaties aan te wijzen. De inzet van Soest is helder met het Uitnodigingskader en zo geven we duidelijkheid over zonnevelden en windturbines en werken we stap voor stap aan de route naar een aardgasvrij Soest in 2050.
Het Programma Energietransitie 2020-2025 is in februari 2020 vastgesteld met een tekort aan middelen en capaciteit. Inmiddels heeft het Rijk extra middelen vrijgemaakt voor het uitvoeren en versnellen van het klimaatakkoord. Met een deel van deze middelen werven we een projectleider warmtetransitie, zodat Soest de Transitievisie Warmte af kan maken en vast kan laten stellen in 2023. Daarna starten we gelijk met het eerste wijkuitvoeringsplan. We gaan ophalen bij inwoners wat er speelt en hoe we met elkaar de transitie gaan realiseren.
We hebben de inwoners en ondernemers van Soest nodig om de energietransitie te kunnen realiseren. Het betrekken van deze inwoners en ondernemers kost tijd en vereist geduld. Met de extra middelen van het Rijk geven we uitvoering aan het op peil brengen van de uitvoeringscapaciteit voor communicatie en participatie, zoals in de junibrief 2022 is afgesproken. We komen nu in de fase dat we echt in gesprek moeten met inwoners. Wat we doen heeft impact op hun straat en woning. Ook bij de uitrol van de wijkuitvoeringsplannen (TVW) en het opstarten van grootschalige opwekprojecten in de regio is participatie essentieel.
Onze prioriteit is het verminderen van restafval en het verbeteren van de kwaliteit en kwantiteit van ingezamelde grondstoffen. Op basis van de Grondstoffenaanpak 2021-2023 zouden we een evaluatie van de uitgevoerde stappen in 2023 uitvoeren. Eind 2022 ronden we de GFT-inzameling voor hoogbouwhuishoudens af. De resultaten hiervan moeten we meenemen in de evaluatie. Dat heeft pas nut als inwoners de tijd hebben gehad om aan het nieuwe systeem te wennen. Daarom evalueren we de genomen stappen eind 2023 / begin 2024.
Ook kijken we dan welke stappen we kunnen zetten voor verdere afname van afvalstoffen, richting een meer circulaire samenleving. Dit doen we door het komende jaar een zogenaamde 0-meting ‘circulaire economie’ uit te voeren, zoals in de Grondstoffenaanpak staat. In een circulaire economie bestaat geen afval en gooien we niets weg. Dit draagt bij aan de klimaatdoelen, omdat de CO2-uitstoot vermindert. Op basis van de evaluatie van de gezette stappen om afval te verminderen en de 0-meting circulaire economie kijken we in 2024 naar richtingen van nieuw beleid die bij zouden kunnen dragen aan het behalen van het doel om restafval te verminderen en te werken naar een circulaire samenleving in 2050. We kijken kritisch naar vragen die voorliggen zoals het al dan niet invoeren van diftar of al dan niet overstappen op nascheiding. We treden hierover op tijd in gesprek met betrokken partijen zoals de AVU.
Het streven naar afvalvermindering en circulariteit draagt ook bij aan het werken aan de SDG’s (Social Development Goals). Bijvoorbeeld SDG 11 “Duurzame steden en gemeenschappen” waar een grote hoeveelheid te verbranden restafval niet bij past. Maar ook aan SDG 12: “verantwoorde consumptie en productie” draagt het bij. Omdat circulair erop gericht is de aarde en haar grondstoffen niet verder uit te putten en beschadigen. Op een indirecte manier kan het werken aan deze thema’s aan nog veel meer SDG’s bijdragen.
We hebben met uw raad de afspraak gemaakt om alle kosten die betrekking hebben op het uitvoeren van het grondstoffenbeleid door te berekenen in de afvalstoffenheffing. De taken op het gebied van grondstoffenmanagement zijn in de afgelopen jaren steeds breder geworden. Om gebruik van grondstoffen aan de voorkant te beperken willen we als gemeente breder inzetten op circulaire economie, zoals ook is vastgelegd bij de vaststelling van de Grondstoffenaanpak 2021-2023. Om een goede invulling te geven aan de gemeentelijke taken en ambities op dit gebied is uitbreiding nodig op de functie Beleidsadviseur grondstoffenmanagement/circulaire economie. Vanaf 2023 worden de hieruit voortvloeiende kosten meegenomen bij de berekening van het tarief van de afvalstoffenheffing.
Voor de uitvoering van de grondstoffenaanpak 2021 – 2023 zijn geen middelen beschikbaar, met uitzondering van de nulmeting. Om wel invulling te geven aan de grondstoffenaanpak in is 25.000 euro nodig voor heroverweging bestaand beleid opmaat nieuw beleid inclusief opvolging van de nulmeting. De dekking kan plaatsvinden uit de egalisatiereserve afvalstoffenheffing
Voor de preventie van zwerfafval hebben we de afgelopen jaren gebruikgemaakt van de zwerfafvalvergoeding. Deze landelijke regeling stopt na 2022 in de huidige vorm. Dat betekent voor Soest dat een budget van ongeveer 54.000 euro jaarlijks, vanaf 2023 wegvalt. Dit kunnen we niet meer aanvragen en besteden aan onze huidige projecten in de extra aanpak van zwerfafval. Ook is het hierdoor niet goed mogelijk op dit moment te beslissen of huidige projecten kunnen doorgaan of stopgezet moeten worden. De Rijksoverheid werkt aan een nieuwe regeling, daarmee lijkt er wel een opvolger te komen van de zwerfafvalvergoeding. Maar wat de middelen zijn die we als gemeente kunnen verwachten, en waaraan we die kunnen besteden, is op dit moment dus nog onduidelijk. Zodra we meer weten komen we bij u terug, in een volgend p&c-document.
De VN-Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling is het kader voor de SDG. Aanleiding voor die VN-Agenda waren de zorgen omtrent de klimaatverandering en watertekorten en daarmee is het logisch dat dit onderdeel op veel SGD's een directe (6, 11, 13 en 14) en indirecte bijdrage levert.
We stellen in 2023 een Uitvoeringsagenda klimaatadaptatie (UAKA) op conform de afspraken uit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie en de Nationale Adaptatie Strategie. Deze uitvoeringsagenda bevat maatregelen waarmee Soest de effecten van klimaatverandering wil verminderen. De klimaatveranderingen tasten het gewenste goede leefklimaat aan, zoals weergeven in de klimaateffectatlas Vallei en Veluwe. Hiermee geven we ook uitvoering aan de afspraken die we op 24 juni 2022 ondertekenden tijdens de Regionale klimaattop in Wageningen. In juli 2022 informeerden we de raad over de voorlopige uitvoeringsagenda klimaatadaptatie.
De Uitvoeringsagenda klimaatadaptatie verwerken we in het Programma Water, Riolering en Klimaatadaptatie (WRK), als opvolger van het huidige Gemeentelijk Water en Rioleringsplan (GWR). Het programma geeft aan wat de gemeente doet om klimaatbestendig en waterrobuust te worden en te blijven. Het gaat daarbij onder meer over onze gemeentelijke watertaken op het gebied van inzameling afvalwater, zorgplicht hemelwater en zorgplicht grondwater. Ook geeft het programma duidelijkheid over wat wij verwachten van bewoners, bedrijven en instellingen als het gaat om hun eigen verantwoordelijkheden in het waterbeheer. Een voorbeeld van deze eigen verantwoordelijkheid is dat de eigenaar van een terrein zelf verantwoordelijk is voor de opvang, verwerking en eventueel afvoer van het regenwater. We verlengen het Gemeentelijk Water-en Rioleringsplan 2018-2022 met twee jaar om de uitkomsten van de Uitvoeringsagenda klimaatadaptie op te nemen in het nieuwe programma. Daar hoort ook de beleidsarme actualisatie van het kostendekkingsplan ter onderbouwing van de rioolheffing in 2023 en 2024 bij. Aangezien we uitgaan van een beleidsarme actualisatie achten we de kans klein dat de actualisatie een grote invloed zal hebben op het gewenste tarief voor de rioolheffing.
De verlenging van het Gemeentelijk Water en Rioleringsplan biedt ruimte om prioriteit te geven aan het project rioleringsproblematiek Soesterberg en de resultaten daarvan ook op te kunnen nemen in het nieuwe programma. De capaciteit van de riolering Soesterberg blijkt woningbouw(uitbreiding) te belemmeren zoals we in de voorjaarsnota hebben aangegeven.
Het huidige aanbod van vuilwater overschrijdt de richtlijnen voor riolering. Een systeem in onbalans heeft per definitie (een groter risico op) hogere onderhoudskosten en frequentere omvangrijkere calamiteiten. De uitbreidingsplannen vergroten deze onbalans. Intensief afkoppelen van verharding heft maar een gedeelte van deze onbalans op. Daarbovenop is extra aandacht voor de drukriolering langs Amersfoortsestraat. Uitbreiding van vuilwateraanbod op zo'n systeem resulteert automatisch in investering in pompen en leidingen. De mogelijkheden voor vergroting van pompcapaciteit zijn uitgeput. Een vergroting van de diameter van leidingen langs de druk bereden Wegh der Weeghen met imposante laanbeplanting lijkt onbegonnen werk.
In 2022 zijn we gestart met een verkenning van de problematiek en het opzetten van een projectstructuur. In 2023 zullen we via vier gedefinieerde sporen verder werken aan oplossingen. In het eerste spoor verkennen we de werking van het stelsel. In het tweede spoor versnellen we de afkoppeling van regenwater, bijvoorbeeld door de afkoppelcoach frequenter in te zetten, ook in samenwerking met de woningbouwcorporaties. In het derde spoor verbeteren we de interne samenwerking. Tot slot in het vierde spoor investeren we in de samenwerking met andere overheden en externe partijen. De uitkomsten van de vier sporen moeten leiden tot een heldere uitkomst om de gesignaleerde problemen op te lossen. Zoals het er nu op lijkt zal dit een mix van maatregelen kunnen zijn waaronder fysieke ingrepen in het rioolstelsel. In 2023 zetten we deze aanpak voort en komen in het eerste kwartaal terug met de conclusies en aanbevelingen.
Het verminderen van geluidsoverlast en het behouden van een goede bodemkwaliteit staat hoog op de agenda. De RUD Utrecht gaat toezichthouden op de milieubelastende activiteiten van bedrijven op basis van de nieuwe Uniforme Uitvoerings- en Handhavingsstrategie die door alle Utrechtse gemeenten en de provincie is vastgesteld.
In het Jaarprogramma NME voor het basisonderwijs zijn lesprojecten en lesmaterialen opgenomen, over de beleidsthema's: klimaat, energie, circulair, milieu, natuur & landschap, groen, afval en dieren. In 2022 is de bezuiniging uit 2019 op NME gedeeltelijk incidenteel gerepareerd met 22.000 euro. Vanaf 2023 is deze gedeeltelijke reparatie structureel.